Benny Lindelauf

Biografie

foto: Guido Bosua

Benny Lindelauf werd geboren op 15 december in 1964. Het was die nacht zo bitter koud dat hij gehuld werd in een babypakje gemaakt van watten. Niet dat het veel hielp, vanaf die dag was hij een hartgrondige koukleum.

Benny groeide op in Sittard, een ‘middenkind’ ingeklemd tussen zijn drie jaar oudere zus en drie jaar jongere broer. Iedereen dacht vroeger dat hij een meisje was, iets dat hij zich de ene keer graag liet aanleunen en waar hij de andere keer woedend over kon worden. Hij hield van in bomen klimmen en hutten bouwen, maar was tegelijkertijd een leeskind. Hij las het plaatselijke nonnenbibliotheekje volledig aan flarden.

In die tijd had je nog jongens en meisjesboeken en de nonnen zagen er scherp op toe wie wat las. Ze probeerden Benny uitsluitend jongensboeken te laten lezen, iets wat hij braaf opvolgde, met als enige doel dat hij daarna ook meisjesboeken mocht lezen. Pitty, de Olijke Tweeling, Belinda. Hij las ze allemaal. Tegen zoveel leeswoede konden de nonnen niet op, uiteindelijk berustten ze erin.

Die boeken waren overigens niet zijn enige bron van verhalen. Benny’s oma en haar zussen waren grote vertellers. Als zij aan het woord waren, kon je een speld horen vallen. Benny luisterde ademloos. Sommige verhalen kwamen tientallen keren voorbij. Nu zijn de meeste uit zijn geheugen verdwenen, maar de sfeer waarmee de verhalen in de kamer bleven hangen, het doorschuifspel van wie wat nog wist en wie de waarheid sprak, de lucht blauw van de rook, dat staat hem nog haarscherp voor ogen. De weerslag van die verhalen kun je vinden in de boeken ‘Negen Open Armen’ en ‘De Hemel van Heivisj.’

De middelbare school was een ramp. Pas op de Mikojelacademie (S.P.H) wist hij zijn richting te vinden. De school was een soort van experiment. Studenten kregen vier jaar lang les in allerlei creatieve vakken. Het was de bedoeling dat Benny daarna sociaal werker werd, maar hij had de smaak van al die expressie zo te pakken dat hij aansluitend de theaterschool in Amsterdam bezocht. Daar deed hij de opleiding docent dansexpressie. Toen hij daarmee klaar was, ging hij weer niet doen waar hij voor opgeleid was. In plaats daarvan speelde en danste hij in een aantal (jeugd)theaterproducties. Ondertussen bleef hij schrijven. Overal en altijd. Soms schreef hij als een voorstelling nog bezig was en hij achter het decor zat te wachten tot hij op moest. Hij ging naar Scriptplus in Amsterdam, waar cursussen in schrijven gegeven werden. Hij kreeg les van Beatrijs Nolet, Claire Hülsenbeck en Joke Linders. Wat een feest! In 1998 kwam zijn eerste boek uit: ‘Omhoogvaldag.’

Inmiddels is er een heleboel tijd verstreken. Benny schrijft nog steeds. Van alle dingen die hij gedaan en uitgeprobeerd heeft, blijkt hij hier het beste in te zijn. Benny woont in Rotterdam samen met zijn man Guido. Ze hebben een huisje dat zo klein is dat, wanneer ze iets cadeau krijgen, iets anders de deur uitmoet. Gelukkig hebben ze een dakterras. Daar bouwde de man van Benny ooit een schrijfhuisje, maar dat waaide weg. In 2005 kochten ze een stokoude schuur in Catalonie, midden in de natuur met 5 hectare grond. Dat is inmiddels een huis geworden waar hij vaak is. Het huis is van dikke gestapelde stenen, dus wegwaaien zal het niet gauw…